Interview Annelie Vrielink

8 Mei 2019

794KB

05:08 - Interview Annelie Vrielink.pdf

pdf

Interview, 8 Mei 2019, werking Outside In

Annelie Vrielink (User Expert)

Wat is volgens jou een Outside In? Wat levert een Outside In op voor jou? Hoe start jij een Outside In?

• Is dit proces in je eentje of kan dit ook met meerdere zijn?

• Is er momenteel een plek waar je de bedrijven kunt vinden op een gestructureerde manier? (bron) Zo niet, heb je hier behoefte aan? Zou dat het proces van het maken van een Outside In bevorderen?

Is er een template voor de Outside In’s of doet iedereen het op zijn eigen manier? Hoe bepaal je de verschillende branches/thema’s waarvoor je de bedrijven gaat zoeken? Hoelang ben je normaal gesproken bezig met een Outside In? Wat is jouw ideale beeld van dit proces?

• Hoe zou jij dit verbeteren?

• Als je alle tijd zou hebben, welke informatie zou jij dan nog willen toevoegen aan de Outside In’s, naast alleen een plaatje en een korte stuk tekst

———————————

Wat is volgens jou de definitie van een Outside In?

De definitie van een Outside In is momenteel een methode om de klant aan te zetten om te inspireren en dan voornamelijk de klanten die uit zichzelf niet heel innovatief denken. Je brengt ideeën van buiten af en die gebruik je ipv dat je aan het product van dat bedrijf denkt.

Ik ben hier 2 en een half jaar begonnen te werken bij projectmanagement. Toen waren de Outside In’s een stuk anders. We hingen 20 voorbeelden van dingen (voorbeelden van producten) op de muur rondom het thema waar we in zaten. Tijdens de sessie kregen de mensen groene en rode stickers die ze vervolgens konden plakken op de voorbeelden. De rode voor een product wat ze niet goed vonden passen en de groene die ze wel goed vonden.

Annelie laat mij een foto zien als voorbeeld hoe dit er eerst uit zag.

(Foto te zien in het pdf bestand.)

(Nog verdere uitleg over hoe dit voorheen ging)

We hingen dus voorbeelden van concepten aan de muur, we schreven daar dan misschien een uitleg bij, werd niet altijd gedaan. Vervolgens kreeg de groep (ongeveer 25 man) groene en rode stickers en die moesten ze plakken bij de verschillende voorbeelden. Dit proces werd gezien als een eerste onderdeel binnen de workshop. De groep moest deze voorbeelden gebruiken ter inspiratie en om vervolgens te kijken hoe zij deze voorbeelden zouden kunnen toepassen bij hun eigen product.

Door de tijd heen heeft Annelie samen met Sander Goudswaard gekeken naar het hele proces en dit veranderd (helaas geen beelden van). Nu (2 en een half jaar geleden) hebben we een heleboel concepten wat we op de groep afgooien en kijk maar wat je ermee doet. Ze hadden besproken dat ze hier meer kwalitatief naar moesten kijken. Hier hebben zij vervolgens een template voor ontworpen. Ze geven de groep 20 voorbeelden en bij deze voorbeelden gingen ze vervolgens specifieker kijken naar de user waardes van de voorbeelden, daarna wat zijn de technologische waardes en als laatst wat zijn de business waardes. Uit deze templates kwamen vervolgens inzichten die zij zouden toepassen voor hun eigen gemaakte idee. Van kwantitatief naar kwalitatief.

Deze manier van werken is nog steeds in de huidige situatie van toepassing. Echter worden de templates specifiek aangepast per sessie om te kijken wat heeft de klant nodig.

Conclusie: De Outside In zelf is een naam geworden voor een manier om ideeën te bedenken. Een ideation tool.

Er is een switch gemaakt van kwantitatief naar kwalitatief. Van hier heb je heel veel voorbeelden en kijk maar wat je ermee kan doen naar, kijk specifiek naar user, tech en business waardes van dit product en hoe kan jij dit toepassen op jouw bedrijf/jouw dienst/jouw product.

Hoe kom je tot de verschillende thema’s en branches die jullie nu gebruiken?

Annelie neemt als voorbeeld Pathé en geeft aan dat ze hiervoor een onderzoek doet. Uit dit onderzoek kwamen dan een aantal thema’s naar voren waar ze dieper op in gingen. Een brainstorm sessie.

Zijn die brainstorm sessies samen met de klant?

Deze brainstorm sessies zijn niet samen met de klant maar meer voor ons (makerstreet) zelf. Het onderzoek ligt bij ons en hier kunnen wij verder op borduren. Soms heeft de klant al een probleemstelling bedacht en een richting gekozen. In dat geval is het al veel meer gericht op een bepaald thema en denken zij(makerstreet) logisch na over waar ze zouden kunnen zoeken voor voorbeelden.

Hoe start jij een Outside In? Gebruik je hiervoor google of heb je een lijst voor jezelf?

• Hoe haal jij de voorbeelden voor de Outside In’s?

Er is een database voor de Outside In’s waar de ideeën per thema/branch genoteerd zijn. De database is een keynote bestand van ongeveer 600 slides. Deze is gemaakt door Sander. Binnen de thema’s heb je ook weer subcategorieën. Ik ga geen één thema niet langs (ze bekijkt dus alle slides) want anders zou ze iets kunnen missen. Naast de subcategorieën zitten er soms ook voorbeelden bij die niet direct van toepassing zijn op het product maar indirect wel toegepast zou kunnen worden.

Vervolgens ga ik specifiek zoeken via google, of ik gebruik bepaalde websites zoals producthunt of bètalist ter inspiratie. Sinds we die tool hebben gaat het een stuk sneller. (met tool wordt bedoelt het grote keynote bestand). De categorieën zijn gebaseerd op de voorbeelden die er al waren. Deze database wordt door iedereen aangevuld. Per slide staat er in het kort een sfeerbeeld, de titel en een korte uitleg over wat je ermee(met het product) kan.

Zijn de huidige slides (met beeld, titel en tekst) genoeg voor zo’n inspiratie sessie / workshop of zou je idealiter nog meer willen laten zien?

Wat we vaak ernaast doen is een lijstje met linkjes zodat ze de bedrijven kunnen opzoeken. Alleen heb ik het gevoel alsof deze linkjes eigenlijk nooit geopend worden. Dat mis is misschien wel. Wanneer ze zo’n slide zien, is dat het ook. Daar moeten ze het mee doen, terwijl je misschien wel iets meer informatie zou willen hebben zodat je het voorbeeld beter kan toepassen. Je bespreekt het wel met de groep, alleen dit kan nog beter.

Weet jij ook over elk product of voorbeeld wat je laat zien iets te vertellen? Of lees je het meer op van de slide?

Bij sommige producten weet ik meer bij andere niet. Ligt er ook aan hoeveel tijd ik heb gehad om de Outside In voor te bereiden. Vaak is dit niet lang (gevraagd naar een specifieke tijd, maar niet gekregen). Vaak ben ik last minute nog aan het printen en het aan het checken met andere of zij nog inzichten of ideeën hebben. Daarnaast de zin om alle producten nog eens na te lopen, te googlen en mij in te lezen denk ik mja, in die tijd kan ik ook andere dingen doen. Ik heb al besloten dat ik het interessant vind (aan de hand van de korte tekst bij de keynote slide), dus heb niet de behoefte om er nogmaals naar te kijken, om te zien of er nog meer functionaliteiten zitten aan hetzelfde product.

Zou zo’n tool/website het proces bevorderen? Hoe zie jij dit?

Ik ben er sowieso voor om het digitaal te zetten. De vertaalslag die gemaakt moet worden is, wanneer alles digitaal staat hoe krijg ik dit dan naar mijn workshop toe? Bij de workshops worden vooralsnog alle slides geprint (wat niet goed is voor het milieu) en het nadeel wat ik zou zien is, dat het minder leeft bij de klant. Wanneer het digitaal is gaan de mensen meer achter hun computer zitten terwijl je die interactie juist wilt behouden. Ik ben voor het digitaliseren alleen moet er goed worden nagedacht over de koppeling met de workshop. Of de workshop moet anders worden ingericht. Over de tool zelf, zolang ik weet dat alles daar in staat, dat ik daar alles in kan vinden en dat dit regelmatig wordt geüpdate (de nieuwe voorbeelden hieraan worden toegevoegd). En als ik zelf ideeën heb dat ik deze kan toevoegen, dan kan dit zeker een toegevoegde waarde hebben. Of ze ook zal gaan filteren op deze website kan ze niet met zekerheid zeggen.

Zou je het een belemmering vinden dat je zou moeten inloggen om de tool te gebruiken? Of zou je dit niet erg vinden?

Ik zou het gek vinden dat ik zou moeten inloggen voor een tool die van onszelf is. Maar op het moment dat ik een wachtwoord moet aanmaken (persoonlijk) dan maakt dat niet uit. Ik vul het 1x in en het wordt gelijk opgeslagen. (automatisch inloggen).

Als je alle tijd/geld van de wereld zou hebben om het proces te verbeteren. Hoe zou je dit dan doen? (kijkend naar de toekomst)

Het is momenteel heel statisch, je hebt een plaatje iets tastbaars maar je kan niet ‘doorklikken’ voor meer informatie. Dit zou ik wel fijn vinden mocht dit kunnen. De klant gaat toch niet de url over typen om het op te zoeken. Of de sheet met de url’s van alles gaan ze toch niet openen. Kijken hoe de doelgroep hier op reageert. Als jij kan kijken hoe je dit digitaal kan maken, maar toch de energie van zo’n workshop kan behouden (geen zit ding) dan ben ik daar zeker voor.

Maar als je dan toch kijkt en alles kan, zou ik misschien wel elementen van bepaalde producten willen kunnen pakken als. Dit element van dit product vind ik interessant, en deze van dit andere product. Dat je ter plekke al een soort klein product of prototype kan bouwen tijdens de sessie. Het uiteindelijke doel is nieuwe concepten bedenken van iets wat je hebt gezien. Dat je veel verder kan denken tijdens de workshop. Dat je kijkt naar de user, tech en business en bepaalde elementen al kan gebruiken om dit op een visueel aantrekkelijke manier te laten zien. Al is het wel belangrijk om de interactie met andere mensen te behouden. Een ideation is natuurlijk moeilijker in je eentje dan als je dit met een groep doet.

Het liefst zou je de sessies standaardiseren zodat je deze voor elke sessie gewoon klaar hebt. Dat je daar weinig tot geen tijd meer aan kwijt bent. Maar daardoor verlies je het maatwerk en dat wil je eigenlijk niet. Momenteel pakken wij de templates en die passen wij voor elke sessie aan.

In de ideale wereld zou ik iets van een blokkendoos willen, een ideation toolbox met daarin het doel van de sessie en daar zou je dit kunnen doen, deze methodes kunnen gebruiken. Een soort box met ik wil dit, dit en dit bereiken en daar kan je deze, deze en deze methodes voor gebruiken. Dit is om tot de voorbeelden te komen, maar juist voor de workshop zelf. Nu gebruiken we papier wat ze moeten invullen maar hoe stel je dat papiertje samen en welke elementen (blokken) kan je hiervoor gebruiken. Het is wel puur voor de workshop zelf en niet voor het zoeken van de voorbeelden. Ja, eigenlijk wel.

Het is niet zozeer het template te bedenken maar op een snelle en efficiënte manier dat template digitaal kan krijgen.

Is dat (het maken van zo’n template) waar je dan ook de meeste tijd aan kwijt bent?

Nee het meeste tijd waar je aan kwijt bent is toch echt wel het zoeken van de voorbeelden. En vooral nieuwe voorbeelden omdat je niet precies weet waar je moet zoeken voor de voorbeelden. Daarnaast is het lastig in te schatten of jouw voorbeeld dan ook daadwerkelijk een goeie is om in het vervolg te gebruiken. Waar je ook veel tijd aan kwijt ben is het uitleggen waarom dit dan een goed voorbeeld is. Je moet je dan dieper inlezen in het product.

Je hebt met het bedrijf zo’n inspiratiesessie gehad en je bent tot een nieuw concept gekomen. Wat is de stap daarna?

De dingen die ze hebben opgeschreven wil je graag bundelen en delen met de klant (digitaliseren). Je bent het dus aan het overtypen of je bent de templates aan het inscannen. Dit laatste is echter niet zo netjes, je wilt toch een goed affiche afleveren. Eigenlijk wil je hier geen tijd aan kwijt zijn. Je bent dan dubbel werk aan het doen. De logische stap om verder te gaan is dat je een paar concepten eruit pikt en met deze verder gaat. Verder onderzoeken en hier dieper op in gaat. Gaat testen en ermee gaat experimenteren.

Annelie laat vervolgens wat voorbeelden zien en de templates die worden gebruikt. Deze zijn aan het eind van het interview te zien. De templates zijn gestandaardiseerd, de ‘ideekaart’ wordt elke keer opnieuw aangepast per klant.

(Deze templates zijn te vinden in het pdf bestand)

Wie van de klanten zijn er betrokken bij de sessies?

Vaak zijn het de mensen/het team van het bedrijf die aangesloten zijn bij dat project. Een manager innovation, een designer of andere mensen die meer willen weten over zo’n sessie en hoe die wordt aangepakt. Het zijn vaak mensen die met de inhoud betrokken zijn.

En als zo’n sessie en/of workshop wordt gegeven en jullie hebben het over een Outside In. Wordt dit dan ook begrepen door de gebruikers? Begrijpen zij de term Outside In? Of vertel je het op een andere manier?

Ik denk niet dat ze zozeer de term echt kennen. Wij noemen het wel op maar ik denk dat dit eerder wordt verteld als een soort ideation workshop. Maar wat er precies gaat gebeuren tijdens zo’n workshop dat dat vaak nog een beetje vaag wordt gehouden om niet teveel weg te geven. Wij leggen het wel aan ze uit, maar het feit dat de term nog een beetje vaag is geeft jou de ruimte om ermee te doen wat je wilt.

Wat ik eruit op maak is dat ik de term Outside In niet per se hoef te noemen aangezien deze niet algemeen bekend is? Maar dit meer moet omschrijven en aanprijzen als een Ideation Tool.

De term zegt het natuurlijk wel we kijken naar buiten en we halen het naar binnen. Maar waar de term precies vandaan komt weet ik eigenlijk niet. Wij noemen het wel altijd Outside In’s, zo leggen wij het uit. Ik weet eigenlijk niet of zij wel begrijpen waar we het dan over hebben, nooit echt over nagedacht. Het staat eigenlijk wel altijd in het programma: We gaan een Outside In doen. Dus ik denk dat ze het wel begrijpen naderhand met wat meer uitleg van ons (de personen die zo’n workshop geven).